Onze safari-experts hebben de beste safari-tips voor jou verzameld.
1.Neem een camera met een zoomlens mee
Wij beginnen met de meest voor de hand liggende tip. Wanneer je op safari gaat wil je uiteraard graag foto’s maken van de natuur en de dieren. Hoewel je met de camera op je smartphone tegenwoordig mooie foto’s kunt maken, raden we voor een safari in Afrika aan om een ‘echte’ camera mee te nemen. Wat voor soort camera dat ook is, kies in elk geval voor een camera met een goede zoomfunctie.
2. Ga vroeg naar bed
In de nacht zijn de dieren het meest actief, waardoor je ’s morgens vroeg de meeste kans op actie hebt. Dus moet je voor veel safari-tochten vroeg uit bed! Zorg dat je genoeg slaap pakt zodat je lekker uitgerust de safaritruck in stapt, klaar om de Big 5 af te vinken.
3. De juiste kleding is een must!
Iets wat veel mensen niet bedenken van tevoren, is dat een safari koud kan zijn. Als je op safari gaat, vertrek je voor zonsopgang en dan is het nog niet warm. Veel van de safariparken zijn daarnaast weidse vlaktes met veel wind. De vlaktes zorgen er in de avond ook voor dat de temperatuur snel daalt. Of je zit op hoge hoogtes … Een warme trui of vest wil je daarom ingepakt hebben.
- Kleding met laagjes: aangezien je ’s ochtends vroeg op pad gaat maar de temperatuur tijdens de tocht best op kan lopen, is het slim om kleding met laagjes te dragen. Zo heb je het ’s ochtends vroeg niet koud, maar zweet je ook later de Jeep niet uit.
- Draag een zonnebril en sjaal: Dat leuke safarihoedje kun je eigenlijk wel thuis laten, want die waait gegarandeerd af in zo’n open safaritruck. Of je moet er eentje hebben met een koordje onder je kin dat goed aangesnoerd zit. Wat wél slim is om mee te nemen, is een zonnebril en een sjaal. De truck is open en de wegen waar je overheen rijdt zijn niet alleen hobbelig maar ook erg stoffig. Om je ogen en mond te beschermen tegen het stof komen een (dunne) sjaal en zonnebril dus goed van pas.
4. Verwacht insecten, veel insecten
Waar dieren zijn, vind je ook insecten. Nu is het zeker niet zo dat je tijdens je safari alleen maar vliegen aan het doodslaan of verjagen bent. Bereid je er echter wel op voor dat dit een bijkomstigheid is. Een bus insectenspray is een must. Ga voor vertrek ook naar uw regionale gezondheidscentrum voor goed advies over inentingen en het slikken van malariatabletten.
5. Bereid je voor op hobbelige wegen
Met uitzondering van enkele parken (bijvoorbeeld Kruger National Park in Zuid Afrika) zijn de wegen niet geasfalteerd. Het zijn zand- of gravelwegen met gaten. Je legt dus lange afstanden af over relatief slechte wegen, dat wordt flink hobbelen! Bereid je hier mentaal op voor en neem, als je last van wagenziekte hebt, wagenziektepilletjes mee. Wees gerust: zodra je je eerste wilde leeuw hebt gezien is het de reis helemaal waard geweest.
Voor de dames: trek een sportbeha aan: Tijdens een safaritocht hobbel je alle kanten op. Een terreinwagen rijdt door écht diepe kuilen en gaten. Het klinkt misschien een beetje gek, maar een sportbeha aantrekken is dus een heel goed idee!
6. Neem reistas of backpack mee, GEEN harde koffer!
De meeste safarivoertuigen hebben niet al te veel bagageruimte. Met tassen is er flexibiliteit en kan er wat ‘gepropt’ worden. Je maakt het jezelf een stuk makkelijker als je een reistas of backpack meeneemt.
7. Sluit je tent/ kamer goed af
In veel safariparken heb je een keuze om tijdens je safari te verblijven in een zogenaamd ‘tented camp’. Dit zijn luxe tenten waar je volledig rechtop in kunt staan en zijn van alle gemakken voorzien inclusief badkamer met douche en toilet. Verblijf in een dergelijk camp zorgt voor een geweldig authentieke ervaring.
De ‘deur’ is echter een rits. Vergeet niet deze goed dicht te doen zowel overdag als ’s nachts. Apen in je kamer lijkt een grappige ervaring. Doch ze gaan in je kamer op zoek naar eten en ruimen na het zoeken niet even netjes je kamer op. Een nachtelijk bezoek van een olifantenslurf is vreemd wakker worden midden in de nacht. Zo’n ervaring mag dan zeldzaam zijn, aangezien al deze accommodaties dag en nacht bewaakt worden, het kán wel.
De bewaking kan niet overal tegelijk zijn dus sluit de boel goed af, inclusief de ramen.
8. ‘Let there be light’ – neem hoofdlamp mee
Wildparken liggen ver van de bewoonde wereld af. Nergens zie je kunstmatig licht behalve het licht dat gegenereerd wordt bij je safari lodge. Zodra het licht uit is weet je pas wat echt donker is. Tegelijkertijd weet je dan ook opeens hoe een sterrennacht er uit hoort te zien, wauw! Om bij je kamer te komen of om voor zonsopgang je safarivoertuig te kunnen vinden is een zaklantaarn of hoofdlamp geen overbodige luxe.
9. Neem een verrekijker mee
Natuurlijk: een verrekijker: Om al die dieren goed te kunnen zien heeft de gids vaak een verrekijker bij zich die rond wordt gegeven door je safari-gezelschap. Neem dus vooral je eigen verrekijker mee.
10. Bedenk vooraf welke dieren je wil zien
Bedenk van tevoren welke dieren je graag wilt zien. De bekende Big Five uiteraard (Olifant, Leeuw, Luipaard, Neushoorn, Buffel), maar misschien wil je ook andere dieren graag zien, zoals een Wilde Hond, kzwartneusimpala, of … De reden dat je van tevoren dit moet bedenken is dat niet ieder dier in ieder park en/of land voorkomt.
Vergeet niet; tijgers komen niet voor in Afrika. Daarvoor zal je op safari moeten gaan in India of Nepal.
11. Naar de wc tijdens een safaritocht
Gegarandeerd dat je een keer moet plassen tijdens de tocht. Neem daarvoor wel zelf tissues of toiletpapier mee, want een ‘echt’ toilet is niet in de buurt: je ‘moet’ gewoon voor één keer legaal wildplassen!
12. Wissel safari af met cultuur
Een safari is voor veel mensen een reis die ze eens in hun leven maken, waardoor je misschien geneigd bent om tot wel twee weken achter elkaar safari’s te plannen. Maar, hoe vreemd het misschien ook klinkt, na het zien van je 15e zebra of 40e antilope stop je echt niet meer om te kijken of een foto te maken. Een tip is daarom om je reis af te wisselen
13. Vergeet vooral niet te genieten
Kleding met laagjes en sportbeha aan, camera en verrekijker in de aanslag, tussendoortjes en tissues op zak en een goede sjaal en zonnebril bij je: jij bent er klaar voor. Dan rest er eigenlijk nog maar één ding: genieten!
Wildlife spot je natuurlijk niet alleen in Afrika. Ook in andere landen spot je luipaarden, krokodillen, olifanten en meer!
We zetten voor u alle alternatieven op een rij om wildlife buiten Afrika te spotten.